Het gender zijn op de brandstapel

De natuur is gericht op het behoud van de soort via voortplanting. Dat gebeurt via zelfbevruchting en kruisbestuiving. Bij dieren zoals de mens nemen mannetjes en vrouwtjes dit voor hun rekening. 

Bij de bevruchting  maakt de natuur aanpassingen en weeffouten. De aanpassingen oftewel evolutie zorgen ervoor dat de soort ook op langere termijn in andere leefomgevingen kan gedijen. De weeffouten zijn gewoon onvolkomenheden in de kruisbestuiving oftewel spelingen van de natuur,.

Naast de fysieke spelingen komt het bij alle dieren voor dat het geslacht niet overeenstemt met het fysiek en/of de psyché. Deze spelingen zijn zo oud als er leven op aarde is. Spelingen van de natuur leiden ook al sinds mensenheugenis tot zowel verkettering als verbijzondering. De gemeenschap bepaalt dit. In Nepal ben je een paria als je blind bent en een heilige man als je tot een van de zeven soorten van daar benoemde afwijkende geslachtsvormen behoort. 

Het ontkennen van de speling van de natuur door mensen genderneutraal te behandelen roept sowieso de vraag op waarom ook niet bij dieren en planten. De stier van Potter en bloemen met hun stamper en meeldraden klinken ook niet echt genderneutraal. Het roept ook de vraag op wat is met de bestempeling genderneutraal is te bereiken. Noch de spelingen van de natuur noch het mannetje of vrouwtje zijn verdwijnen door m/v door te strepen. 

Het genderneutraal woordgebruik voorkomt ook verkettering niet. De acceptatie van spelingen van de natuur wordt bepaald door de gemeenschap waarin zij leven. Het anders zijn dan anderen trekt hoe dan ook altijd aandacht. Bij het zoeken naar zondenbokken en bij religies staan spelingen dus door de hele geschiedenis heen al vooraan de rij voor de brandstapel. De tragiek is dat nu door genderneutraal woordgebruik het gender zijn hier ook aan toegevoegd is.